Een verhaal zonder personages is geen verhaal, maar slechts een setting. Je hebt personages nodig om dingen te laten gebeuren, om de lezer te boeien en om jouw boodschap als schrijver over te brengen. Misschien heb je bij het beginnen met je verhaal al meteen een idee voor je hoofdpersoon en enkele bijfiguren, maar soms kan het lastig zijn om een personage te bedenken. Daarom een paar tips om je op weg te helpen.
Je kunt een personage volledig zelf bedenken, of baseren op jezelf of op iemand die je kent of gezien hebt op straat. Hoe je personage ook ontstaat, er zijn een paar belangrijke dingen om op te letten wanneer je je karakters goed vorm gaat geven.
Geef elk personage een doel
Alle personages in je verhaal moeten een doel hebben. Te beginnen bij je hoofdpersoon, wat wil je vertellen met je verhaal? Vraag je af of dat beter tot zijn recht komt door een mannelijk figuur of een vrouwelijke. Daarbij is het ook belangrijk om te weten wie je doelgroep is, zodat je een hoofdpersoon kiest die bij daarbij aansluit. In mijn volgende blog hier uitgebreid meer over.
Karakterdoel en plotdoel
Maar om terug te komen op het hebben van een doel, zorg dat je hoofdpersoon een doel heeft. Daarbij kun je zowel een karakterdoel als een plotdoel hebben. Het karakterdoel is het doel van je personage op zich. Een angst overwinnen, een geliefde krijgen, groeien als persoon. Met het plotdoel zorg je dat je de lezer geboeid houdt en het verhaal verteld wordt. Bijvoorbeeld de moord die opgelost wordt. Of je hoofdpersoon die haar geliefde vindt. Het plotdoel is ook een doel van je personage, maar draagt ook het plot, de verhaallijn.
En ook alle andere karakters in het verhaal moeten een doel hebben. Als ze dat niet hebben werken ze als stoorzender en geven ze lezer een constant gevoel van ‘en die en die dan, wat is daar nou mee?’ Bedenk dus alleen een bijfiguur als die echt een reden heeft en niet ter opvulling van een scène. Soms kun je van twee minder sterke bijfiguren beter één sterke maken.
Namen kiezen
Zorg dat je personages goede namen hebben. Namen die bij het verhaal passen, die bij de personages passen, en niet onbelangrijk, die bij de namen van andere personages passen. Daarbij let je natuurlijk ook op dat de namen van personages niet onbedoeld op elkaar rijmen, op elkaar lijken, geen rare associaties of een rare betekenis hebben. Google de namen daarom altijd even en check de betekenis.
Personages introduceren
Maak van het introduceren van je personages geen infodump. Dus niet in de alinea waarmee hij of zij het verhaal binnenstapt gelijk alle uiterlijke kenmerken en karaktertrekken opsommen. Geef telkens een klein stukje informatie, waarbij het geven van uiterlijke kenmerken een goede is om mee te beginnen. Deel bijvoorbeeld de kleur haar en ogen, en eventueel al iets over de kleding als dat op dat moment al wat toevoegt. Maar vertel pas later iets over de sproetjes of over een kenmerkend litteken en hoe die ontstaan is. Wissel de persoonsbeschrijvingen af met verhandelingen of beschrijvingen van de omgeving.
Verschil in personages
Als je meerdere personages bedacht hebt is het belangrijk om kritisch te kijken of je personages duidelijk te onderscheiden zijn. Zowel in uiterlijke kenmerken als in handelingen en dialoog. Niets is zo vervelend als lezer om personages door elkaar te halen. Een mooi voorbeeld van hele verschillende personages zie je in de boekenserie De Zeven Zussen. De zussen lijken qua uiterlijk niet alleen niet op elkaar, maar zijn in karakter ook heel anders. Nou, zeg je misschien, dat komt omdat ze geadopteerd zijn. Maar ik denk dat Lucinda Riley er ook bewust voor heeft gezorgd dat er groot verschil in de personages zit, zodat je als je een van de boeken leest, duidelijk weet over welke zus het gaat en ze goed uit elkaar kunt houden.
Karakterdossier
Door een karakterdossier aan te leggen heb je voor jezelf een overzicht van alle belangrijke informatie over al je karakters. Per personage zet je daar alle uiterlijke kenmerken, leeftijd, belangrijke gebeurtenissen, relaties tot andere personages en dergelijke in. Hier kan ook informatie in staan die je misschien niet in je verhaal zal gebruiken, maar die er voor jou wel voor zorgt dat je personages levendig worden. Tevens is het je spiekbriefje voor info die je eerder gedeeld hebt in je verhaal. Al schrijvende aan mijn verhaal voeg ik telkens info toe aan het karakterdossier.
Checklist personages
- Heeft je hoofdpersoon een karakterdoel en een plotdoel?
- Dienen alle personages een doel?
- Zijn de personages duidelijk te onderscheiden?
- Zijn de personages herkenbaar in dialogen? Hebben ze een duidelijke eigen stem?
- Kan de lezer zich identificeren met je hoofdpersoon?
- Zijn de namen onderscheidend?
Overigens kunnen personages ook kinderen, dieren of zelfs dingen zijn, denk bijvoorbeeld aan de tekenfilm Toy Story. Alles kan als het maar menselijke en herkenbare trekken heeft.
Hoe begin jij met het verzinnen van je personages?
Groetjes, Giovanna
Dit zijn echt superhandige tips, dankjewel! Vooral dat plotdoel en karakterdoel. Ik vind dat inderdaad altijd zo irritant in boeken, als een personage nutteloos is.
Grappig dat jij je ook altijd irriteert aan nutteloze personages in boeken. In het echte leven wil je ook een doel hebben, en personage moet dat al helemaal hebben. Anders is hij alleen maar nutteloos, saai en verwarrend.
Goede tips. Ik heb, toen ik aan mijn boek begon, een soort “karakterwolk” getekend waarin ik de personages een naam geef en het doel enz. Werkt heel fijn.
Dat klinkt ook leuk en handig, een karakterwolk. Een soort woordspin voor je personages als ik het goed begrijp?